In de Alpen groeit een veelheid van planten en bloemen, zowel in de dalen als op de hoge alpenweiden. Boven de colline zone vormen de Alpen een geïsoleerd eiland voor veel soorten, die niet in de lagere gebieden buiten de Alpen kunnen overleven. Deze soorten zijn typisch voor een kouder klimaat en hebben Europa na de laatste ijstijd vanuit het oosten gekoloniseerd. Met het warmer worden van het klimaat werden ze later weer uit de lagere regionen verdreven en tegenwoordig groeien ze in Midden-Europa alleen in hogere gebieden.

De grootbloemige gentiaan, in de Alpen een typische soort van de alpiene zone.

Gletsjerranonkels (Ranunculus glacialis) in de buurt van de Grote Sint-Bernhardpas.

Wanneer je bomen of struiken wilt planten in de bergen of ver boven zeeniveau, dan kan dit een aantal uitdagingen met zich meenemen. Voor bomen en planten in de bergen is het in het eerste jaar vooral moeilijk om te overleven doordat het wortelgestel nog niet voldoende ontwikkeld is. Daarnaast kunnen de volgende problemen zich voordoen voor bomen en planten in de bergen of op rotsachtige grond:

•Wanneer het gaat vriezen en het wortelgestel van de boom of plant nog niet voldoende ontwikkeld, zal de boom of plant sterven;

•De periode dat er geplant kan worden is erg kort;

•Planten voordat het gaat sneeuwen en vriezen is erg moeilijk;

•Het is moeilijk om te planten nadat de sneeuw is gesmolten, doordat de periode tussen koud en warm (of zelfs heet) weer erg kort is;

•Dit resulteert in een te warm, heet en/of droog klimaat voor de wortels om – in vaak rotsachtige grond – snel genoeg te groeien en zo een goede balans te creëren tussen de water opnamecapaciteit en de vochtverdamping van de bladeren.